Stellingen, behorende bij proefschrift

Rick van Rein
2 mei 2002


  1. Het is in theorie mogelijk om geautomatiseerde bewijzen te leveren over systemen met een onbeperkt aantal procesinstanties.

  2. Een objectgeorienteerd procesmodel hoeft geen causaliteit tussen events uit te drukken om praktisch bruikbaar te zijn.

  3. Het gebruik van output-parameters in procesalgebra's maakt het praktisch om een proces-alfabet te gebruiken dat over de tijd kan varieren.

  4. De controverse tussen garbage collection en expliciet verwijderen van objecten kan vervallen voor objecten waarvan de processen bekend zijn en door de runtime omgeving afgedwongen worden.

  5. Het modelleren van tijd als meerdimensionaal fenomeen maakt het mogelijk de speciale relativiteitstheorie te vereenvoudigen tot een theorie waarvan de verschillen met de huidige theorie onmeetbaar klein zijn.

  6. De ontwikkelwijze van open source software divergeert en convergeert op dezelfde wijze als een creatief denkproces; de ontwikkelwijze van software binnen een gemiddeld bedrijf ontmoedigt creativiteit juist door het aanbrengen van denkbeddingen.

  7. Een internationaal BTW-stelsel wordt pas dan geschikt voor het Internet, wanneer het de omzet belast in het land waarin die omzet wordt gedraaid, om te worden doorberekend aan iedere klant, ongeacht land van herkomst en ongeacht of het een bedrijf of persoon betreft.

  8. Oorlog betekent dat iemand met een te groot ego op een te hoge post zit.

  9. Internationale mensenrechten lijken sterker te gelden voor olieproducerende landen zoals Koeweit, dan voor een land als Tibet, dat `slechts' een culturele bijdrage aan de wereld levert.

  10. De term `gebruiksvriendelijkheid van software' verwijst naar onmiddellijke bevrediging van behoeften; doelen op langere termijn, zoals uiteindelijke produktiviteit, worden veel minder gewogen in de selektie van software, blijkens de software-voorkeur van de gemiddelde gebruiker.



PDF versie -->
<-- terug naar het proefschrift